Gepubliceerd op

Zelfcensuur versus serendipiteit

Over vinden wat je niet zoekt.

(Blog naar aanleiding van mijn workshop Wild Kijken in het Rijksmuseum tijdens het LKCA symposium Wat zie jij?)

The Usual Suspects is één van mijn lievelingsfilms. De sfeer, de humor, maar met name de eindscene maakt het wat mij betreft tot een meesterwerk.

Als verdachte in een grote zaak wordt Kevin Spacey ondervraagd. Hij vertelt hoe het werkelijk is gegaan; de verdenking blijkt onterecht. Vrijgepleit verlaat hij het politiebureau. Na zijn vertrek kijkt politieman Chazz Palminteri rond en realiseert zich opeens dat Spacey zijn hele getuigenis bij elkaar heeft verzonnen door te associeren op wat er in het politiebureau te zien is. De meesterboef heeft gewonnen.

Serendipiteit: vinden wat je zoekt, zonder dat je weet wat het precies is.

Dr. Sandra Erdelez deed onderzoek naar serenipiteit: de kunst te vinden wat je zoekt, zonder dat je weet wat het precies is. Zij ziet dit vermogen als een actieve manier van kijken die je kunt ontwikkelen. Mensen zijn er meer of minder goed in.

  • Je hebt de non-encounters: zij doen nauwelijks toevallige vondsten.
  • Je hebt de occasional encounters: zij hebben het in periodes of bij specifieke onderwerpen.
  • Je hebt de super encounters die serendipiteit actief inzetten voor onderzoek of als creatief instrument. Kevin Spacey is in deze film zo’n super encounter. Zonder moeite gebruikt bij de ruimte om een coherent verhaal te construeren.

Kijken is spelen

Om een super encounter te kunnen zijn, heb je een speelse houding nodig. De door mij zeer bewonderde Johan Huizinga schreef in 1938 het meesterwerk Homo Ludens. In dit boek doet hij onderzoek naar de betekenis van spel. Spel is belangrijk in ons leven: het geeft ons de mogelijkheid even te ontsnappen.

Maar als we opgroeien verdwijnt het spelen steeds meer.

Als de drang naar nuttigheid overheerst, verdwijnt de nieuwsgierigheid en het spelen.

En dat is tragisch, want juist spelen is essentieel voor leren. En daarmee heel nuttig. (Richard Sennett, De ambachtsman)

Qua kunst pleit ik er dan ook voor om te leren spelend te kijken.

Zelfcensuur

Veel mensen hebben een stellige opvatting over hun eigen talenten. Ze hebben geleerd dat sommige mensen creatief zijn en anderen niet. Dat idee is ontstaan in de tijd van Michelangelo: kunstenaars waren niet langer ambachtsmensen, maar mensen die een bijzonder talent hebben gekregen (al dan niet van God). Gewone mensen waren niet langer creatief. Hun kijken naar kunst is vanuit de rol van bewonderaar. Weinig kritisch, weinig persoonlijk. En zeker niet speels.

En nog steeds gaat het zo. Als we een museum bezoeken bekijken we het werk, we lezen de informatie, en begrijpen de betekenis. Tenminste, dat is de bedoeling. Helaas werkt het vaak niet echt zo. Niet alles wat officieel mooi is, voelt ook als mooi.

Eigenwijs

Maar dat niet mooi vinden is een beetje een taboe. Het is echt raar als je de Nachtwacht lelijk vindt. Mensen die van deze zelfcensuur geen last hebben zijn de makers. Eigenwijze mensen die gekke dingen in elkaar bouwen, gewoon voor de lol.

Zij gedragen zich als super encounters: alles in interessant, elk idee is een plan en de wereld is vergeven van inspiratie. Speelse houding, speelse blik.

Als super encounter kijken naar kunst

Ik zoek al jaren naar manieren om mensen te helpen ook zo naar kunst te kijken. Zodat een kunstmuseum een persoonlijke schatkamer wordt, waar van alles te halen is. Er zijn verschillende manieren om dat te bewerkstelligen:

  • We kunnen beter kijken, bijvoorbeeld met Visual Thinking Strategies.
  • We kunnen ons oordeel uitstellen in een socratisch gesprek over een kunstwerk of door in de schoenen van de kunstenaar te stappen. (Blind dates 👇)
  • We kunnen actief op zoek gaan naar het andere perspectief. (Context veranderen👇)
  • We kunnen opdrachten geven die vrij denken losmaken. (Wild kijken👇)

We sluipen slim om de drempel van de zelfcensuur heen.

Volgorde omdraaien

Samen met Kroller Muller (En inmiddels ook met het Stedelijk Museum Breda) maakte ik Blind Dates, waarin we de traditionele volgorde veranderen. Eerst geven we informatie, dan creëren we persoonlijke betekenis als laatste gaan mensen kijken.

Context veranderen

Wat ook kan, is de context van een kunstwerk veranderen. Als je de hoofdpersoon in een andere omgeving laat zien, kun je er ineens veel beter over nadenken.

De jonge Willem van Oranje is ineens een hele coole gast als we hem in een moderne context laten zien. Je kunt breder over hem nadenken.

Wild kijken

Samen met het Rijksmuseum maakte ik Wild Kijken. Hier geven we bezoekers vreemde opdrachten waarin we hun innerlijke sensor buitenspel zetten, zo wordt het museumbezoek een vrolijke ervaring.

We maakten Wild Kijken door in het museum al ontwerpend van alles uit te proberen. We ontdekten dat het grappig moest zijn, geen expertise mag vragen en moet helpen je denken te vergroten. Ook zagen we dat alleen vragen stellen te opwindend was; het tempo werd veel te hoog. We moesten vertragen en hebben dat gedaan door tekenopdrachten toe te voegen. Echt een Rijksmuseum expertise! Dus:

  • Een zak met daarin verschillende speelstenen:
  • Routeaanwijzingen: pijlen waarop dingen staan als ‘Loop achter een vreemde aan tot hij/zij stopt.’
  • Kijk- en denk-opdrachten: ogen met opdrachten als ‘Wat doen de hoofdpersonen na sluitingstijd?’
  • Tekenopdrachten: potloden met opdrachten als ‘Teken na zonder naar je papier te kijken.’
  • Een echt potlood en een tekenboekje.

Spelers kiezen welke soort opdracht ze willen en besluiten samen wanneer het tijd is voor de volgende opdracht: de groep regelt zelf het proces. Wild kijken is voor onbegeleid schoolbezoek. In groepjes gaan kinderen door het museum.

Al na korte tijd Wild Kijken krijgen spelers een open hoofd: ze staan meer open voor nieuwe ideeën en vrije associaties. De klassieke opvatting over kunst is losgemaakt.

Wilde volwassenen

Tijdens het symposium Wat zie jij? namen we volwassenen mee op Wild Kijken. Zou dat ook werken? Kunnen we ook van hen super encounters maken?

We gingen eerst rondkijken in de 19e eeuw. De meeste mensen kennen die werken niet zo goed, zo kunnen ze makkelijk vers kijken. Dat lukte goed. ‘Je komt bij werken uit die je anders over zou slaan.’ ‘Je ziet meer omdat je veel beter kunt kijken met een opdracht.’

Daarna gingen we naar de eregalerij. Hier kennen mensen de meeste werken; ze zijn onderdeel van ons collectieve geheugen. Ons is stevig ingeprent dat het de allermooiste werken zijn die bestaan. Is een open blik dan nog mogelijk?

En ja, dat lukte. ‘Ik ontdekte nieuwe dingen!’ ‘Het was als een hernieuwde kennismaking’.

Deelnemers hadden zonder dat ze het verwachtten veel meer gezien: ze vonden wat ze niet zochten.

Het was een fijne dag. Veel dank allemaal! Wild Kijken blijft en komt binnenkort misschien beschikbaar in de museumwinkel zodat iedereen wild op pad kan. Dat zou echt super zijn! Meer weten? hallo@astridpoot.nl